Verre reizen
Een verre reis, bijvoorbeeld naar Afrika, China, Azië of Zuid-Amerika, is een bijzonder avontuur, dat je als gezin gaat beleven. Zo’n vakantie, die vaak ook wat langer duurt, vraagt om een goede voorbereiding.
Paspoort en visum
Het is verstandig om ruim van tevoren te controleren of je paspoort nog geldig is en of ieder kind een eigen paspoort of identiteitskaart heeft. Neem hiervoor contact op met de afdeling Burgerzaken van je woongemeente.
Behalve een paspoort is het soms ook nodig om een visum te regelen, ook voor je kind. Een visum regel je bij de ambassade van het land waar je naartoe gaat.
Warm klimaat
Als je naar een warm land gaat, is het belangrijk om goed op je gezondheid te letten en je voor te bereiden op andere temperaturen dan je gewend bent.
- In landen met een warm klimaat heersen vaak meer ziektes. Daarom is het belangrijk om jezelf en je kinderen van tevoren te laten inenten.
- Tijdens de vakantie is het ook verstandig om veel water te drinken tegen uitdroging door de hitte.
- Je kunt eventueel bij de apotheek of de drogist vochtregulerende middelen kopen voor jezelf en voor je kind.
- Daarnaast kun je ook beter uit de zon blijven en de schaduw opzoeken.
Kijk voor meer informatie over vaccinatie adviezen op de website van het Landelijk Coordinatiecentrum Reizigersadvisering: LCR.nl.
Vliegen naar een verre bestemming
Als je met het vliegtuig gaat, kunnen de kosten voor verre bestemmingen behoorlijk oplopen.
- Het is raadzaam om van tevoren te informeren naar de regels die de vliegmaatschappij hanteert voor (hand)bagage, prijzen, de reistijd en een maaltijd aan boord.
- Overleg met je kind wat handig is om mee te nemen voor onderweg, zoals een (nek)kussen, boeken, een tablet of spelcomputer.
- Maak ook goede afspraken over het gebruik van de smartphone. In het vliegtuig moet de telefoon uit en internet buiten Europa kan duur zijn.
In het vakantieland
Eenmaal aangekomen is het wennen aan de nieuwe omgeving en het warme weer. Als je puber last heeft van een jetlag, adviseer dan om het rustig aan te doen.
Geef je kind ruimte. Maak wel afspraken over wat je puber wel en niet (zelfstandig) mag. Vertel wat je van je kind verwacht. Spreek je puber hier ook op aan.