Genderidentiteit en transgender
Zo rond 3 á 4 jaar weten kinderen of ze zich een jongen of een meisje voelen. De meeste meisjes gaan zich dan meisjesachtig gedragen en de meeste jongens jongensachtig. Het gebeurt ook dat jongens bijvoorbeeld een keer nagellak opdoen. En sommige meisjes willen met auto’s spelen. Dit past bij een normale ontwikkeling.
Geslacht en genderidentiteit
Geslacht en gender zijn twee verschillende dingen. Het geslacht van een baby wordt direct na de geboorte bepaald op basis van hoe het lichaam eruit ziet. Genderidentiteit gaat erover of iemand zich man, vrouw of iets anders voelt. Meestal komt de genderidentiteit overeen met het geslacht, maar dit is niet altijd zo. Het kan dus zo zijn dat iemand het lichaam heeft van een jongen, maar zich geen jongen voelt. Kinderen bij wie dit zo, geven dit soms al vroeg aan.
Genderexpressie
Kinderen kunnen zich soms minder jongensachtig of meisjesachtig gedragen. Bijvoorbeeld in hun kleding, in de manier van lopen of de manier van praten. Dit gedrag noem je genderexpressie. Genderexpressie zegt niets over of je op jongens op meisjes valt of over het gevoel dat je liever een ander geslacht zou willen hebben. Voor de ontwikkeling is het prettig als het zich mag uiten op de manier die bij je kind past. Ook als dit een andere manier is dan die van leeftijdsgenoten.
Transgender
Als het geboortegeslacht niet past bij je genderidentiteit, dan ben je transgender. Iemand die transgender is kan heteroseksueel, homoseksueel, lesbisch of biseksueel zijn.Transgender zijn is aangeboren. Het heeft niets met cultuur, religie of opvoeding te maken.
Hoe ga je ermee om?
Als je kind vertelt dat het zich anders voelt dan hoe het lichaam eruit ziet, kun je daar van schrikken. Je kind heeft op dat moment behoefte aan begrip en een luisterend oor. Het is goed dat je kind dit durft te vertellen. Dit betekent dat het jou vertrouwt.
Hulp
Wil je meer informatie of zoek je hulp omdat je kind of jij het er moeilijk mee heeft? Overleg dan met de huisarts of kijk op Transvisie.nl.