Fopspeen en duimen
Sommige kinderen hebben de gewoonte om op hun duim of vingers te zuigen. De meeste kinderen houden op met duimen als ze een jaar of vier zijn.
Duimt je peuter?
Het is belangrijk dat je kind het duimen afleert. Als kinderen nog tanden gaan wisselen, lopen ze het risico dat hun tanden scheef gaan staan en het gehemelte vervormt. Omdat ze bij het duimen meer door de mond ademen, verandert ook de stand van de onderkaak ten opzichte van de bovenkaak. Bovendien krijgen kinderen die duimen eerder last van verkoudheden en oorproblemen. Met een speen gebeurt dat veel minder.
Duimen afwennen
Vertel je kind dat het belangrijk is om het duimen af te leren. Veel kinderen vinden dit heel moeilijk. Als je kind niet zelf wil stoppen, heeft het geen zin om te proberen het duimen af te leren. Je kunt dan beter nog even wachten met afwennen.
- Wees positief en toon begrip. Geef aan dat je snapt dat het moeilijk is. Prijs je kind als het vooruitgang maakt.
- Geef een compliment als je kind zelf met een voorstel komt om te proberen te stoppen met duimen. Probeer het plan van je kind vooral ook uit.
- Je kunt je kind helpen met afwennen, door een pleister op zijn duimen te plakken. Een mooie pleister met een plaatje maakt het net iets leuker.
- Beloon je kind voor elke dag dat het niet op de duim zuigt. Bijvoorbeeld met een leuke sticker.
- Is het je kind gelukt om overdag niet meer te duimen? Begin dan met het afwennen van ’s nachts duimen. Een sokje of handschoen over de duim kan hierbij helpen.
- Wat ook kan helpen is je kind vertellen dat het niet goed is voor de duimen om steeds dezelfde duim te gebruiken. Door je kind steeds na te laten denken welke duim er dit keer aan de beurt is, wordt het bewuster van het duimen en is het makkelijker af te leren.
Fopspeen afwennen
Als je peuter inmiddels al wat ouder is maar toch nog graag op een speen sabbelt, stimuleer je kind dan om ermee te stoppen.
- Geef je kind bijvoorbeeld een sticker voor elke dag dat het de fopspeen niet gebruikt.
- Leg de speen steeds vaker uit het zicht en buiten bereik.
- Geef de speen alleen als je kind dat wil en als afleiden niet meer helpt.
- Geef de speen steeds korter.
- Als je kind slaapt, haal je de speen uit de mond en doe je de mond voorzichtig dicht.