Screening op down-, edwards- en patausyndroom
De screening op down-, edwards- en patausyndroom laat zien hoe groot de kans is dat je kind één van deze drie syndromen heeft. Je bepaalt zelf of je de screening wilt laten doen.
Uitgebreid gesprek voorafgaand aan de screening
Je verloskundige of gynaecoloog vraagt bij het eerste bezoek of je meer wilt weten over de screening op down-, edwards- en patausyndroom. Overweeg je om de screening op down-, edwards- en patausyndroom te laten doen? Dan heb je eerst een uitgebreid gesprek met de verloskundige of gynaecoloog. Dit heet het counselingsgesprek. Je bespreekt alle keuzes waar je tijdens de screening mee te maken kunt krijgen. Ook kun je al je vragen stellen en krijg je uitleg en informatie over:
- het onderzoek;
- de manier waarop het onderzoek wordt uitgevoerd;
- de aandoeningen die gevonden kunnen worden;
- de betekenis van de uitslag.
NIPT
Pas na het gesprek maak je de keuze of je wilt meedoen aan de screening. Dat gebeurt met NIPT. Dit is een bloedonderzoek bij de zwangere, dat kan vanaf 11 weken zwangerschap. Zwangeren kunnen alleen meedoen aan de NIPT als zij ook meedoen aan een wetenschappelijk onderzoek (TRIDENT-2). Kijk voor meer informatie over dit wetenschappelijke onderzoek op Meerovernipt.nl.
Je kunt op elk moment stoppen
De screening kan je misschien geruststellen over de gezondheid van je kind, maar de uitslag kan je ook ongerust maken en je voor moeilijke keuzes stellen. Je bepaalt zelf of je de screening wilt laten uitvoeren en of je bij een ongunstige uitslag een vervolgonderzoek wilt laten doen. Dit vervolgonderzoek geeft je meer zekerheid.
Meer informatie
Wil je meer informatie over de NIPT en over mogelijk vervolgonderzoek of kosten van testen? Kijk dan op Onderzoekvanmijnongeborenkind.nl.