Problemen met de tepels
Borstvoeding geven kan soms minder goed gaan, bijvoorbeeld als je lekkende of pijnlijke tepels hebt. Daarom is het goed te weten wat je kunt doen om problemen te voorkomen.
Pijnlijke tepels
Zorg ervoor dat je kind op de juiste manier je tepel in de mond heeft. Je kunt aan je tepel zien of je baby die goed in de mond heeft gehad: de tepel is rond en normaal van kleur als je baby stopt met drinken. Doet de tepel pijn, is er een duidelijke streep zichtbaar of is de tepel wit en/of anders van vorm, dan hebben jullie de techniek nog niet helemaal onder de knie. Laat een deskundige dan eens meekijken naar het aanleggen. Kijk voor een deskundige bij jou in de buurt op NVLborstvoeding.nl.
Lekkende borsten
Je borsten kunnen gaan lekken. Dat kan gebeuren als je aan je baby denkt of als je hem hoort huilen. Soms lekken ze ook spontaan. Dit is niet erg, maar soms wel onhandig.
- Je kunt speciale zoog- of borstkompressen in je bh doen. Die koop je bij de drogist of apotheek. Een gestreken katoenen zakdoek doet het ook prima.
- Als je borsten lekken, is effen, lichte kleding niet zo handig. Donkere kleuren, kleding met patronen, en breisels zijn dan praktisch, zeker als je weer gaat werken.
Tepelkloven
Tepelkloven zijn ruwe of schrale plekjes op de tepel. Soms zijn het wondjes. Tepelkloven doen veel pijn, zeker als de baby net begint te drinken. Vaak komt dit doordat de baby de tepel niet goed in de mond heeft. Als je de baby goed aanlegt en je tepels goed verzorgt, zijn ze snel weer beter. De volgende tips kunnen je daarbij helpen:
- Probeer een andere voedingshouding.
- Geef eerst de minst pijnlijke kant. Je pijnlijke kant wordt dan iets minder belast, omdat je kind daar minder hard zuigt.
- Als je merkt dat je kind niet meer actief drinkt, laat het dan niet verder doorsabbelen en stop met voeden.
- Als dat niet helpt, blijf dan niet te lang doorzoeken en vraag hulp. Vaak kun je iets aan de pijn doen.
Tepelkloven door infecties
Tepelkloven kunnen ook ontstaan door spruw of bacteriële infecties. De symptomen zijn wisselend: óf de moeder heeft klachten, óf het kind, óf allebei. De huisarts kan dit zo nodig behandelen. Het is belangrijk dat je baby en jij allebei worden behandeld.