Buitenbaarmoederlijke zwangerschap
Bij een op de honderd zwangerschappen ontstaat de zwangerschap buiten de baarmoeder. Dit houdt in dat de bevruchte eicel niet in de baarmoeder terechtkomt, maar blijft steken in de eileider. Dit geeft klachten in de vijfde tot de twaalfde week van de zwangerschap.
Klachten bij een buitenbaarmoederlijke zwangerschap
Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap is vaak moeilijk te ontdekken. Soms zijn er geen klachten. Klachten van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap kunnen zijn:
- pijn aan één kant van de buik;
- pijn in de schouders of tussen de schouderbladen;
- flauwvallen en misselijkheid.
Bij vaginaal bloedverlies of hevige buikpijn kun je het best de verloskundige bellen voor overleg. Nader onderzoek is dan nodig om vast te stellen of het inderdaad gaat om een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Dat onderzoek bestaat uit een vaginale echo en een bloedtest.
Acute situatie
Bij een buitenbaarmoederlijke zwangerschap kan het gebeuren dat de eileider barst. Dat geeft acute klachten:
- heftige pijn;
- plotselinge daling van de bloeddruk;
- een snelle pols;
- een bleke huid;
- een toestand van shock.
Als dat gebeurt, moet je direct worden opgenomen in het ziekenhuis voor een spoedoperatie.
Noodzaak tot afbreken
Een zwangerschap buiten de baarmoeder heeft geen kans van slagen. Soms lijkt het lichaam dit zelf te herkennen. Het breekt de zwangerschap al snel zelf af en de vrucht wordt weer opgenomen in het lichaam.
In andere gevallen moet de zwangerschap zo snel mogelijk worden beëindigd door de arts. Dat kan soms met medicijnen, maar als je veel zwangerschapshormonen in je bloed hebt, zal een (kijk)operatie nodig zijn. Hierbij probeert de arts de eileider zo veel mogelijk heel te laten. Hoe kleiner de vrucht nog is, hoe groter de kans dat dit lukt. Vroegtijdig ingrijpen is dus belangrijk.
Hoe groot is de kans op herhaling?
De kans dat je weer een buitenbaarmoederlijke zwangerschap krijgt, is ongeveer 12 procent. Sommige vrouwen willen na een buitenbaarmoederlijke zwangerschap niet meer zwanger worden, maar meer dan de helft van de vrouwen wordt wel weer zwanger. Als je wel weer zwanger wilt worden, doe je er na een eierstokoperatie verstandig aan om minstens één menstruatie af te wachten, en na een behandeling met medicijnen minimaal drie maanden. Je kunt bij de nieuwe zwangerschap een vroege echo laten maken om te checken of alles goed zit.