Zien
Als kleine baby’s wakker zijn, kijken ze rond. Voorwerpen met duidelijke verschillen, bijvoorbeeld met veel zwart en wit, vinden ze heel interessant. Ze kunnen daar een poosje naar blijven kijken en het aftasten met hun ogen. Vooral gezichten vinden ze heel boeiend. Als ouder blijf je nog een hele tijd het leukste speelgoed voor je kind.
Kleuren herkennen
Pasgeboren baby’s kunnen nog niet echt kleuren onderscheiden. Ze zien wel verschil tussen een donkere en een lichte kleur. Pas na ongeveer vier weken gaat je baby kleuren zien; rood het eerst. Dat blijft voor veel baby’s lang een favoriete kleur, waarop ze het meest reageren. Kort daarna kan je baby ook geel en daarna blauw en groen herkennen. Maar pas in de peuterfase gaat je baby daar ook namen aan koppelen. Dan weet je kind bijvoorbeeld wat het woord blauw betekent.
Scherp zien
Baby’s kunnen vlak na de geboorte nog niet zo scherp zien. Als je kind een week oud is, ziet het dingen op ongeveer 20 centimeter afstand het best. Als ze dichterbij of verder weg zijn, ziet je kind ze wazig.
Vanaf ongeveer drie maanden kijkt een baby naar zijn eigen handen. Hij ontdekt vanaf negen maanden ook zijn eigen voeten. Je kind probeert van alles uit. Het probeert de voeten vast te pakken en stopt de tenen in de mond. Je baby kijkt hierbij goed naar wat hij doet. Je kind gaat steeds scherper zien, maar het duurt nog een hele tijd voordat je kind net zo goed kan zien als een volwassene.
Kijken is interessant
In de loop van het eerste jaar krijgt je baby steeds meer aandacht voor de omgeving. Je kind wil zien wat er gebeurt en wat anderen aan het doen zijn: huishoudelijke karweitjes, knutselen, schrijven, telefoneren, noem maar op. Vooral nieuwe dingen zijn heel interessant voor je baby.
- Zet je kind af en toe op een andere plek. Zet het wipstoeltje bijvoorbeeld in de ruimte waar je zelf bezig bent. Je baby ziet dan wat je doet. Vertel hardop wat je doet.
- Draag je kind regelmatig rond. Er is zo veel te zien, bijvoorbeeld een mooi schilderij of een spiegel. Als je ziet dat je kind ergens naar kijkt, ga daar dan naartoe en praat erover.
- Kijk af en toe samen naar buiten. Veel kinderen vinden het leuk om door het raam te kijken. Er is op straat vaak veel te zien. Ook een balkon of een tuin is heel interessant.
- Neem je kind vaak mee naar buiten. Ga bijvoorbeeld lekker wandelen of fietsen. Of maak een ritje met de auto of de bus.
- Aan het eind van het eerste jaar kijkt je kind gericht naar afbeeldingen, zoals schilderijen en posters. Kijk samen en vertel wat je ziet.
Zichtproblemen
Baby’s gaan steeds beter zien. Maar als dat niet gebeurt, is het belangrijk dat het probleem op tijd wordt ontdekt. Daarom test de jeugdarts de ogen van je kind, bijvoorbeeld op scheelzien.
Als je baby nog geen drie maanden is, test de jeugdarts ook altijd of het licht vanaf de pupil helemaal door het oog kan. Als je zelf ziet dat de zwarte pupil van je baby wit of grijs oplicht, moet je direct contact opnemen met het consultatiebureau of je huisarts. Je wordt dan meteen doorverwezen naar de oogarts.
Het is altijd goed om op te letten of je zelf iets bij je baby ziet wat je niet vertrouwt. Je kunt bijvoorbeeld letten op hoe je baby iets vasthoudt en hoe hij ernaar kijkt. De Jeugdgezondheidszorg kijkt bij alle controles naar de ogen van je kind. Twijfel je of heb je vragen? Bespreek ze dan daar.