Dwingend gedrag
Je zin doordrammen, dat is de basis van dwingend gedrag. Sommige kinderen proberen het met een heel lief stemmetje en grote ogen. Andere kinderen proberen op een negatieve manier hun zin te krijgen, bijvoorbeeld door te schreeuwen.
Huilen en schreeuwen
Je kind kan bijvoorbeeld gaan stampvoeten, huilen en schreeuwen. Je kunt je kind goed aankijken en op strenge toon zeggen dat het nu moet ophouden en rustig moet worden. Wees consequent en geef niet alsnog toe, want op die manier leren kinderen dat je door te huilen en te schreeuwen je zin krijgt. Ze gaan het dan dus juist vaker doen. Als je kind luistert en zich goed gedraagt, kun je het een compliment geven. Benoem daarbij wat je kind goed doet.
Hangerig en vervelend
Sommige (oudere) peuters worden hangerig en vervelend of gaan zeuren, bijvoorbeeld als ze moe zijn en geen zin meer hebben om te winkelen. Het is belangrijk dat je kind weet waar het aan toe is. Zeg bijvoorbeeld dat je nog naar één winkel gaat en daarna naar huis. Op die manier geef je je kind duidelijkheid. Ook kun je je (oudere) peuter al een beetje laten meehelpen, bijvoorbeeld spullen in het winkelwagentje laten leggen. Duidelijkheid en gezelligheid voorkomen driftbuien.