Bewegingen zien
Een pasgeboren baby kan kijken naar grote voorwerpen die langzaam bewegen. Je baby kijkt dan met schokjes. Je kind kijkt ook naar jou als je dichtbij bent en langzaam beweegt. Vanaf twee maanden kan je baby iets wat dichtbij is met een vloeiende beweging volgen.
Met de ogen volgen
Vanaf drie à vier maanden blijft je baby naar je kijken als je door de kamer loopt. Hij volgt je dan met zijn ogen. Je kind draait nu zelfs het hoofd om, om jou of een voorwerp beter te zien. Tussen de drie en zes maanden leert je baby ook om snel bewegende voorwerpen met zijn ogen te volgen. Dan kan je kind bijvoorbeeld zien dat speelgoed op de grond valt. Je baby kan op deze leeftijd ook steeds beter diepte zien.
Zien op afstand
Je baby volgt met zijn ogen, hoofd of hele lichaam een voorwerp dat verdwijnt. De afstand waarop hij kan zien, wordt steeds groter. Niet alleen leert je kind ver zien, het ziet ook heel kleine dingen steeds scherper. De ogen en handen van je baby werken steeds beter samen. Als je kind steeds beter ziet, kan het ook steeds beter dingen vastpakken.