Samen spelen
Met een baby kun je al allerlei leuke spelletjes doen, zoals kiekeboe spelen, je kind kriebelen of samen rammelen met een rammelaar.
Contact maken
De eerste weken is samen spelen vooral contact maken met elkaar. Je baby hoort en ziet je. Eerst ziet je kind je alleen van heel dichtbij, vooral je ogen en mond, en later de rest van je gezicht. Spelletjes met je gezicht zijn nu heel geschikt, zoals wenkbrauwen fronsen, je tong uitsteken, zachtjes blazen en knuffelen. Zie je dat je kindje ook gezichten trekt? Kijk en luister goed hoe je baby reageert! Door hierop in te gaan, krijg je een steeds betere band met elkaar. Later krijgt je kind steeds meer interesse in speeltjes, maar jij als ouder blijft nog lang het belangrijkste ‘speelgoed’.
Met andere kinderen spelen
Spelen met elkaar moeten kinderen echt leren. Jonge kinderen spelen nog niet echt samen. Twee kinderen van 1 jaar zitten bijvoorbeeld naast elkaar, kijken naar elkaar, reageren op elkaar of doen elkaar na, maar ze hebben ieder hun eigen speelgoed en gaan op in hun eigen spel. Ze kunnen nog niet delen, op hun beurt wachten of een ander iets gunnen. Ze hebben nog niet door dat anderen ook gevoelens en wensen hebben. Pas vanaf 3 jaar beginnen kinderen samen te spelen. Ze begrijpen beter wat anderen willen. Voordat ze gaan spelen, overleggen ze wat ze gaan doen en stemmen ze hun wensen op elkaar af.
Tips om je baby te leren samen te spelen
- Je kunt met je baby het spelletje ‘geven en nemen’ doen. Je geeft je baby iets, hij geeft het jou terug, jij geeft het hem weer.
- Breng je baby ook in contact met andere kinderen.